Ondernemingsrecht
Het starten van een onderneming brengt per definitie financiële risico’s met zich mee. In welke mate men deze risico’s persoonlijk draagt, kan men zelf beïnvloeden door te kiezen voor een bepaalde rechtsvorm.
Eenmanszaak/maatschap/vennootschap onder firma (v.o.f.)
Bij de eenmanszaak wordt er geen onderscheid gemaakt tussen het ondernemingsvermogen en het privé-vermogen van de ondernemer. De ondernemer is persoonlijk aansprakelijk voor alle schulden.
Bij de openbare maatschap (die naar buiten toe optreedt als organisatie) en de v.o.f. wordt wel onderscheid gemaakt tussen de vennootschaps- en de privé-vermogens van de vennoten. Het afgescheiden vennootschapsvermogen is alleen bedoeld voor schuldeisers van de maatschap/vennootschap. Faillietverklaring van de vennootschap brengt wel automatisch het faillissement van de vennoten met zich mee.
Bij de v.o.f. is iedere vennoot hoofdelijk (voor het geheel) en persoonlijk aansprakelijk voor de vennootschapsschulden. Bij een maatschap is iedere vennoot voor een gelijk deel aansprakelijk voor een eventuele maatschapschuld.
Ten aanzien van deze rechtsvormen is geen wettelijk minimum startkapitaal vastgesteld. Bovendien verleent de Inkomstenbelasting bepaalde fiscale faciliteiten voor deze ondernemingsvormen.
Naamloze en besloten vennootschappen
Wil men niet zelf aansprakelijk zijn voor de schulden van de onderneming, dan kan men een naamloze vennootschap (N.V.) of besloten vennootschap (B.V.) oprichten. Men kan dan in principe niet meer geld verliezen dan men in de vennootschap heeft ingebracht. Een dergelijke naamloze of besloten vennootschap leidt namelijk zowel in financieel als juridisch opzicht haar eigen bestaan. De wet noemt deze vennootschappen ‘rechtspersonen’.
De vennootschap dient bij notariële akte te worden opgericht.
Na het ondertekenen van de akte van oprichting wordt de vennootschap in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel ingeschreven, waarbij een afschrift van de akte moet worden overgelegd. Dit wettelijk voorschrift dient om iedereen gelegenheid te geven, kennis te nemen van de statuten van de vennootschap en om te kunnen nagaan, wie de directeuren en de eventuele commissarissen zijn.
Het kapitaal of vermogen van die rechtspersoon is in aandelen verdeeld. Elk aandeel geeft – in verhouding tot het totaal aantal aandelen – recht op een evenredig gedeelte van het kapitaal. De uitgifte van aandelen aan de aandeelhouder dient bij notariële akte te geschieden. De gezamenlijke aandeelhouders zijn verenigd in de algemene vergadering. Tot die vergaderingen heeft iedere aandeelhouder toegang. Het aantal aandelen dat een aandeelhouder bezit, bepaalt in beginsel het aantal stemmen dat hij in een algemene vergadering mag uitbrengen.
Zijn er meer dan twee aandeelhouders met een gelijk aandelenbezit, dan komt onmiddellijk de vraag naar voren hoe zij de besluitvorming wensen te regelen. Moeten alle besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, zodat wanneer er drie aandeelhouders zijn, twee van hen de besluiten kunnen forceren? Of is voor belangrijke besluiten de instemming van alle aandeelhouders nodig? Dergelijke vragen doen zich voor, wanneer drie of meer personen een naamloze of een besloten vennootschap oprichten. Het is de taak van de notaris de oprichters voor te lichten, de diverse mogelijkheden met hen te bespreken en hen te begeleiden om tot een keuze te komen.
De B.V. en de N.V. hebben een publicatieplicht. Ze zijn onderworpen aan de verplichting om de jaarrekening op een wettelijk voorgeschreven wijze vorm te geven. Tevens zijn er voorschriften met betrekking tot publicatie van bepaalde gegevens uit de jaarrekening, die in een aantal gevallen voorzien worden van een accountantsverklaring.
Stichtingen en verenigingen
Een stichting is ook een rechtspersoon die zelfstandig aan het rechtsverkeer deelneemt. Iedereen die daaraan behoefte heeft, kan zonder medewerking van anderen bij notariële akte een stichting oprichten. De notariële akte waarmee de stichting wordt opgericht, kan ook een testament zijn. In dat geval kan de stichting pas ontstaan als het testament in werking treedt, na het overlijden van degene die het testament heeft gemaakt.
De akte van oprichting bevat de statuten van de stichting. Daartoe behoren ondermeer: de naam, de plaats van vestiging en het doel van de stichting. Het woord ‘stichting’ behoort deel uit te maken van de naam. Dit voorschrift dient om aan iedereen duidelijk te maken dat hij met een stichting te doen heeft. Het doel van de stichting behoeft niet van liefdadige of sociale aard te zijn.
De stichting is in het algemeen niet de juiste vorm voor een zuiver op winst gerichte onderneming. De wet bepaalt wel dat een stichting géén leden heeft en dat het doel van de stichting niet mag zijn: het doen van uitkeringen aan oprichters of bestuurders noch aan andere personen, tenzij wat deze laatstgenoemde personen betreft die uitkeringen een ideële of een sociale strekking hebben. Het doel van dit verbod is het voorkomen dat iemand onder het mom van een stichting geld inzamelt en het – op grond van de statuten – in eigen zak steekt. Bij overtreding van dit wettelijk verbod kan de stichting door de rechtbank worden ontbonden.
Het bestaan van de stichting moet worden gepubliceerd in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, binnen welk gebied de stichting is gevestigd. Ditzelfde geldt voor de namen en woonplaatsen van de bestuursleden en overige personen die de stichting kunnen vertegenwoordigen. Voor wijziging van de statuten van de stichting is een notariële akte vereist. Ook die wijziging dient in het Handelsregister worden gepubliceerd, evenals veranderingen ten aanzien van de vertegenwoordigende bestuurders en andere personen.
De vereniging is een van de oudste samenwerkingsvormen. De oprichters (minimaal twee personen) hebben daarbij een bepaald doel voor ogen. De vereniging mag – tenzij het een coöperatie betreft – niet ten doel hebben het maken van winst ter verdeling onder de leden. De vereniging kan op twee manieren tot stand worden gebracht: niet bij notariële akte (dus mondeling of bij onderhandse akte) of wel bij notariële akte.
De niet bij notariële akte opgerichte vereniging kan geen registergoederen (ondermeer onroerend goed) verkrijgen en zij kan ook geen erfgenaam zijn. De bestuurders die voor de vereniging naar buiten optreden en de vereniging daarbij binden, zijn naast de vereniging hoofdelijk aansprakelijk.
Wordt de vereniging wel bij notariële akte opgericht, dan moeten de statuten ondermeer bevatten: de naam, zetel en doel van de vereniging. De notaris is ervoor aansprakelijk, dat aan deze vereisten wordt voldaan. Is de vereniging aanvankelijk niet bij notariële akte opgericht, dan kan de Algemene Vergadering besluiten de statuten alsnog te doen opnemen in een notariële akte. Dan zijn op de vereniging de bepalingen van toepassing alsof zij bij notariële akte zou zijn opgericht.
De vereniging kent – in tegenstelling tot de stichting – leden. Tenzij statuten anders bepalen, beslist het bestuur over de toelating van een lid en kan bij niet-toelating de Algemene Vergadering alsnog tot toelating besluiten. Alle leden tezamen vormen de Algemene Vergadering. Ieder van de leden heeft daarin tenminste één stem. Aan deze Algemene Vergadering komen alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan andere organen van de vereniging zijn toegekend.
De vereniging kent een door de Algemene Vergadering benoemd bestuur. Als de statuten niet anders bepalen, bestaat het bestuur uit minimaal drie personen, die uit hun midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aanwijzen.
Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging en is bevoegd tot vertegenwoordiging van de vereniging in en buiten rechte. Het bestuur brengt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar zijn jaarverslag uit en doet rekening en verantwoording over het gevoerde beleid. De vereniging die bij notariële akte is opgericht, is verplicht zich te laten inschrijven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel. Ook dient daar een notarieel afschrift van de statuten ter inzage worden neergelegd en moeten de persoonlijke gegevens van de vertegenwoordigingsbevoegde bestuurders worden gedeponeerd.
Zolang de eerste opgave bij de Kamer van Koophandel niet is geschied, is iedere bestuurder die de vereniging bindt naast de vereniging hoofdelijk aansprakelijk. Is de vereniging niet bij notariële akte opgericht, dan kan zij toch worden ingeschreven in het Handelsregister. In dat geval is de bestuurder die voor de vereniging optrad naast de vereniging aansprakelijk, voor zover de wederpartij aannemelijk kan maken dat de vereniging niet aan de aangegane verbintenis zal voldoen.
Heeft u vragen of wilt u nadere informatie over (één van) bovenstaande onderwerpen, dan kunt u te allen tijde telefonisch contact opnemen met Notariskantoor Blankestijn. Onze medewerkers staan u graag te woord.